Seeing yourself and the other
Ik was denk ik 22, maar het kan ook eerder of later zijn geweest. Ik danste Afrikaanse dans, niet in Ghana maar bij Wolly en Ikatcyea, van wie ik nog steeds kan leren. We werden begeleid door twee Senegalese drummers, waaronder Ali N’Dyai, die nog steeds in de stad woont.
Soms mochten we alleen dansen, improviserend, natuurlijk, organisch. Zoals de echte griots en djelli, (https://nl.wikipedia.org/wiki/Griot) de verhalenvertellers, dansers en zangers van West Afrika gooide we onze benen en armen in de lucht en sprongen erbij. We dansten onze vitaalste dans.
Maar wie was ik, waar zou ik zijn gekomen als Ali geen masterdrummer, zoon van Doudou was? Ali zag mijn bewegingen en las ze. Hij wist wat ie moest doen om mij in hogere sferen te laten komen, nog vitaler te laten worden en de intensiteit nog langer vol te houden.
Ik weet niet of ik me ooit zo gezien heb gevoeld als door Ali N’Dyai. Ik weet wel dat ik hem goed gehoord heb, en dat het verlangen naar zo een vitaliteit me vaak terugbrengt naar Afrika. En dat ik graag gezien wordt, met alles wat ik bij me heb, ook al is dit soms eng. Dat ik daardoor meer van mezelf ga houden en tegelijkertijd van anderen. Gezien worden heelt.
In de 2e Biodanzales in ’t Syndicaat ga ik (het resultaat) van deze ervaring aan jullie doorgeven. Inmiddels heb ik er veel over geleerd. Het gaat over universele liefde, over liefde voor jezelf en die voor De Ander. Je bent hartelijk uitgenodigd om deel te nemen!